BLOG: Bestaat de agressieve vraag?
30 Oktober 2025 - Categorie Tipsconcept Bestaat de agressieve vraag?
Kort geleden woonde ik een debat bij over het thema ‘de arbeidsmarkt in Nederland’. En, natuurlijk over de problemen, knelpunten en uitdagingen op de arbeidsmarkt.
Misschien is een debat overigens een groot woord; het was meer een (flinke) rondetafelsessie met maar liefst 11 HR-managers van verschillende bedrijven. Allemaal vrouwen. En ik mocht toekijken. Een van de deelnemende dames had niet haar beste dag.
De debatleider kreeg van haar een fel en duidelijk verwijt: "Ik vind uw vraagstelling vrij agressief!"
Een beter compliment kon ze de bruisende debatleider eigenlijk niet krijgen. Want, ging het hier wel om een agressieve vraag? Of was het simpelweg een hele kritische vraag waarbij de debatleider precies de vinger op de zere plek legde. En met zere plek, bedoel ik: legde hij helder bloot dat er eigenlijk geen onderliggende motivatie was voor de stellingname die de dame innam….
Ik ben er van overtuigd dat dit het laatste was. Het bewijs voor de stellingname ontbrak. En daardoor was er afbreuk aan de geloofwaardigheid en deskundigheid van betreffende dame.
De discussie was in ieder geval pittig.
Want, als je het hebt over de arbeidsmarkt in Nederland, dan kom je uiteraard op de vraag of een bedrijf de keuze moet maken om werknemers in dienst te nemen of dat het bedrijf ZZP’ers inhuurt.
De betreffende HR-dame was er (in eerste instantie) vrij helder over.
Zij stelde: “Ik adviseer onze managers altijd om werknemers in dienst te nemen in plaats van het inhuren van ZZP’ers. Werknemers zijn namelijk veel loyaler dan ZZP’ers.”
En toen kwam mijn vraag: “Dus… u zegt eigenlijk dat ZZP’ers minder loyaal zijn dan werknemers?”
Dame: “Nee, dat zeg ik niet. Meneer Helmers, u legt mij nu woorden in de mond.”
Ik: “Maar wat zegt u dan wel?”
Dame: “Ik zeg dat werknemers loyaler zijn dan ZZP’ers.”
Ik: “Dus, ZZP’ers zijn minder loyaal? Waaruit blijkt dit dan?”
De zaal viel stil. De andere dames hielden (wijselijk!) hun mond want ze voelden dondersgoed aan dat de discussiërende dame op dit punt niet thuis gaf met de o zo broodnodige onderbouwing.
Ik gaf uiteraard niet op.
“Als u zegt dat werknemers loyaler zijn dan ZZP’ers, dan zegt u tegelijkertijd dat ZZP’ers dus minder loyaal zijn dan werknemers.”
De dame: “Nee, u legt mij weer woorden in de mond.”
Ik: “Maar wat zegt u dán wél? Want, als u zegt dat 10 euro een hoger bedrag is dan 8 euro, dan zegt u ook dat 8 euro een lager bedrag is dan 10 euro. En als u zegt dat een blauwe auto mooier is dan een rode auto, dan zegt u óók dat een rode auto lelijker is dan een blauwe auto. Debatteren is nét wiskunde. Het is een kwestie van logisch nadenken…..”
U begrijpt het al. Wij kwamen er hier niet uit. Althans, de dame niet. Moeite met een kritische vraag waarbij de bewijsvoering van het ingenomen statement werd vereist. En dat was er ineens niet.
Het is de essentie van wat een goed debater beheerst. Die kan het bewijs leveren voor alles wat hij zegt. En die is in staat om – als de vragensteller of debatopponent de stellingname als een volleerd wiskundige omdraait – met argumenten zijn bewijs te blijven leveren. Want als het één een logisch gevolg is van het ander, maar als je dat zélf nog niet door hebt in je statement, dan kom je dus in de problemen.
Of hiermee het dilemma ‘Bestaat De Agressieve Vraag’ is opgelost, is overigens niet bewezen. Maar in dit geval ging het om een kritische vraag. En daarom is de belangrijkste tip als je een debat voert: kun je bewijzen wat je zegt? Kun je elke kritische vraag – die aan jou wordt gesteld – pareren?
Zo ja. Dan ben je heel goed op weg om een goed debater te worden.
Zo nee. Geeft niet. Maar begin wel met het creëren van bewustzijn bij je zelf om altijd op zoek te gaan naar ‘het bewijs’ voor elke stellingname die je inneemt. Stel je zelf altijd de vraag: ‘Waaruit blijkt dat eigenlijk dat ik dit wil beweren?’
Zo kun je elke vermeende agressieve vraag aan. Of beter gezegd: elke kritische vraag kun je pareren!