INTERVIEWESTAFETTE (afl. 11) Hennie Mouton: "Ik leer sneller denken"
13 Juli 2015 - Categorie INTERVIEWESTAFETTEFoto: Hennie Mouton in debat!
In de Interviewestafette spreken wij elke maand met een lid van onze club. Dat doen we natuurlijk kritisch en ongecensureerd. We zijn immers een debatclub!
In deze aflevering spraken wij met Hennie Mouton.
- In aflevering 10 vraagt Niels Post aan Hennie: “Hennie, je bent een trouwe bezoeker van de debatavonden en je maakt een mooie ontwikkeling door. Wat wil je over twee jaar hebben bereikt op het gebied van debatteren?”
“Dat ik snel en goed mijn debat kan voorbereiden, gestructureerd mijn debat breng en flexibel inspeel op mijn tegendebaters. Daarbij wil ik continue kunnen inspelen op nieuwe dingen.”
- Waarom ben je ooit lid geworden van onze club?
“Ik heb ooit een paar gesprekken op mijn werk gehad waarbij ik niet goed wist wat ik moest zeggen. Dat wil ik voortaan voorkomen.”
- Wat is er zo leuk aan debatteren?
“Ik merk dat ik sneller leer denken en het prettig vind om te leren van alle debaters (mede- en tegenstanders) over hun invalshoeken en ideeën.”
- Wij merken dat je graag wilt meedoen aan debattoernooien. Dat is natuurlijk leuk om te zien. Waarom wil jij eigenlijk zo graag aan toernooien deelnemen?
“Het zal een bijdrage leveren aan wat ik over twee jaar wil bereiken. Hiernaast lijkt het mij leuk en gezellig om met clubleden een team te vormen en samen de 'strijd' aan te gaan.”
- Sterke inhoud of pakkende retoriek. Waar leg jij in jouw debatten de nadruk op en waarom?
“Ik lees in de Van Dale bij retoriek: '(m.n. ongunstig) het tentoonspreiden van kunstige vormen zonder veel inhoud, lege woordenpraal, vormwelsprekendheid, bombast. Synoniem: woordenkramerij, bombast'.
Het lijkt mij niet dat dit een keuzevraag is want ik verwacht dat retoriek op Dé club nooit 'pakkend' zal zijn en dat ik juist daar door de mand zal vallen.”
- Wat is de meest nuttige feedback die je op de club hebt ontvangen?
“Ik denk in beelden. Iemand vertelde mij dat ze merkte dat als mijn 'beeld' niet compleet was, mijn debat niet uit de verf komt. Een ander gaf mij aanvullend advies; ik zou beter het standaardgeschillenmodel kunnen gebruiken om mijn 'beeld' te complementeren.”
- Wat is je grootste valkuil in het debat?
“Omgaan met de tegendebaters. Ik heb ooit eens een tegendebater teveel ruimte gegeven tijdens zijn interruptie. Anderzijds interrumpeer ik anderen soms niet; ik heb eens tijdens een interruptie een vraag van een tegendebater heel slecht beantwoord en ben toen een discussie aangegaan met een tegendebater.”
- Welke debatvorm vind je de leukste en waarom?
“Het ballondebat. Dit omdat ik niet alleen argumenten moest verzinnen tijdens de eerste maar ook (nieuwe) tijdens de tweede ronde. Hiernaast merkte ik dat het karakter een belangrijke rol in de presentatie en de keuze van het soort argumenten speelt.”
- Aan wie geef jij het stokje door?
"Aan René Wiering!"
- Welke vraag zou jij graag aan die persoon willen stellen? (Je begrijpt het al: wij stellen die vraag dan ook in het interview!)
“Je bent docent Maatschappijleer. Ik lees tevens op het internet dat je debattrainingen geeft en debatcoach bent. Ik interpreteer dat je dit voornamelijk met scholieren doet. Wat vind je leuk aan het debatteren met ‘young’ en ‘old’ professionals?”