Mensen die appels en peren met elkaar vergelijken, hebben meer lef

Als je in een felle discussie of verhit debat (bijvoorbeeld op je werk) de ander hoort zeggen, dat je ‘appels en peren niet met elkaar moet vergelijken’, wees dan alert! Het is nl. een handig debattrucje dat vaak niet goed wordt gepareerd.

Want, ben jij je er van bewust dat je appels en peren juist wél met elkaar moet durven vergelijken?

Appels kunnen namelijk veel van peren leren. En, omgekeerd. Appels en peren zijn bovendien helemaal niet zo verschillend. Sterker nog: er zijn flink wat overeenkomsten.

Natuurlijk lees je verder onder het plaatje

Enkele overeenkomsten:

• Appels en peren zijn beiden fruit.

• Appels en peren zijn beiden te verkrijgen bij de groenteboer of supermarkt.

• Appels en peren bederven na een paar dagen.

• Appels en peren behoren allebei tot de subfamilie Malodeai.

• Een appel weegt gemiddeld net zo veel als een peer. (er gaan van allebei ongeveer zes in een kilo)

• Appels en peren zijn beiden ongeveer even groot.

• Appels en peren worden gekweekt door gelijksoortige bedrijven.

• De prijs van appels en peren ligt op hetzelfde niveau.

• Appels en peren zijn eenvoudig mee te nemen naar het werk.

• Appels en peren vervullen dezelfde behoefte bij de consumenten.

• Appels en peren groeien allebei aan bomen.

• Appels en peren zijn allebei gezond. Ze hebben beiden dezelfde vitaminen.

Complete waanzin?

Kortom, we doen vaak alsof appels en peren zó ontzettend verschillend zijn waardoor ze metafoor zijn geworden voor je statement dat de ander met zijn betoog kant noch wal raakt. We gebruiken het appel-peer-argument vooral om te benadrukken dat de ander complete waanzin uitkraamt.

Als je weet dat je een debat of discussie gaat voeren, ben je er dan dus altijd van bewust dat het ‘appel-peer-argument’ óók op jou kan worden afgevuurd.

Daarom…

• Ben je daar wel op voorbereid?

• En, wat is dan je antwoord?

• Kun je het uit de appel-peer-sfeer halen?

Natuurlijk lees je verder onder het plaatje

Argumenten met waarde

In discussies of debatten gaat het om de vraag of je twee ogenschijnlijk verschillende situaties of verhalen, tóch aan elkaar kunt koppelen waardoor jouw eigen argumenten aan waarde winnen. Dus, dat jouw argument ook van toepassing is op de situatie die de ander heeft geschetst.

Natuurlijk lees je verder onder het plaatje

Bereid dus elk debat voor!

Zo zul je je ‘moeten’ verdiepen in de argumenten van de tegenstander. Bepaal waarom iemand het fundamenteel met jou oneens is. Ja, je zult zelfs de argumenten kunnen verzinnen die je opponent aandraagt. Door te anticiperen, kun je je eigen verhaal sterker maken en vergroot je je overtuigingskracht. Dit vereist nogal wat creativiteit en inlevingsvermogen, maar het betaalt zich uiteindelijk uit!

Als je wilt bewijzen dat het appels-peer-argument van je gesprekopponent onzin is, dan is het aan jou om in het debat aan te tonen dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn. Hoe meer overeenkomsten je weet te benoemen, des te makkelijker het wordt om de overeenkomsten tussen beide standpunten te laten overheersen.

Maar…

Als je zelf het appel-peer argument gebruikt, dan is het aan jou dus om aan te tonen dat er méér verschillen dan overeenkomsten zijn. Be Prepared!

Natuurlijk lees je verder onder het plaatje

Lef!

Overigens getuigt het van ongekende lef om appels en peren met elkaar te willen vergelijken. Je geeft daarmee aan dat je open staat voor andere visies en inzichten. Die kwaliteit of competentie zit vaak niet in de genen van de mens. We horen nl. het liefste wat we willen horen. Je wordt echter juist een verbinder als je de koppeling weet te maken.

En, je weet ook - net als wij - dat verbinders in-the-end veel succesvoller en aantoonbaar innovatiever zijn dan mensen die andere visies en inzichten per definitie uitsluiten.

Kortom… appels en peren mag je met elkaar vergelijken.

Nee, je móet ze met elkaar vergelijken.

Het komt het debat ten goede!

En daarmee jouw overtuigingskracht én het door jou beoogde eindresultaat.