Een verkiezingsdebat organiseren? Alles valt of staat met de stellingen!

We naderen de weken dat politici in Nederland volop met elkaar in debat gaan want… de verkiezingen van de Provinciale Staten staan op het programma. Daarom in dit blog een paar heel nuttige tips voor de organisatoren van die debatten, die overal in het land plaatsvinden.

Die debatevents worden georganiseerd door bijvoorbeeld politieke partijen.

Maar ook gemeenten en provincies hebben veel debatbijeenkomsten op het programma staan en waar ze dan een professionele dagvoorzitter of debatleider voor inhuren.

Wij zeggen overigens meteen aan het begin van dit blog wel heel helder: alles valt of staat met de stellingen waarover de politici met elkaar in debat gaan. Om het beste uit een debat én uit de debaters te halen, dient een goede debatstelling daarom aan een aantal voorwaarden te voldoen.

We hebben 7 voorwaarden op een rijtje gezet:

1. Formuleer de stelling eenduidig en ondubbelzinnig. Laat geen misverstand ontstaan over de interpretatie van de stelling.   Maak het dus heel concreet. ‘Nederland moet de doodstraf invoeren.’   
   Punt.
    

2. Een stelling bestaat uit één stellingname. Vermijd (elimineer!) substellingen binnen de stelling zelf.      
   Dus niet: ‘Omdat het aantal moordzaken in Nederland toeneemt, moet de doodstraf worden ingevoerd, zodat de nabestaanden meer genoegdoening krijgen.’    
   De stelling kan gewoon zijn: ‘Nederland moet de doodstraf invoeren.’ 
    

3. De stelling is kort en bondig.
   Vermijd ‘mitsen’ en ‘maren’ in de stelling. Die zijn aan de debaters.        
    

4. Een stelling mag (nee, moet!) controversieel zijn.
   Dus, een stelling mag (nee, moet!) scherp zijn. Vermijd een mogelijke nuancering.
   
   De organisator van de debatavond dient te voorkomen dat bij de voorbereiding al wordt gedebatteerd over de stelling. Dat debat laat je echter over aan de heren- en dames-politici. Als deelnemende politici van te voren ‘klagen’ over de scherpte of controversieelheid van de stelling, dan negeer je dat geklaag. De deelnemende politici krijgen namelijk TIJDENS het debat de kans om uit te leggen waarom ze het bijvoorbeeld zeer oneens zijn met de stelling.
   
   Wist je trouwens dat controversiële mensen veel interessanter zijn voor een debat?   
       

5. Een stelling bevat geen argumenten. Je laat het bedenken van argumenten aan de debaters over. 
   Dus niet: ‘De overheid moet 2 miljard euro investeren in het onderwijs in Nederland omdat leerlingen in groep 8 nog niet goed kunnen lezen en schrijven.’   
        

6. Vermijd twijfelwoorden in je stelling. Maak het concreet.        
   Dus niet: ‘De regering moet meer geld investeren in het onderwijs’.     
   Liever: ‘De regering moet 2 miljard euro investeren in het onderwijs’.  
   Want, hoeveel precies is ‘meer’ geld? 
    

7. Formuleer de stelling positief.
   Daarmee bedoelen we niet dat jij – als organisator – invloed uitoefent op een positief gevoel dat uit het debat moet ontstaan. We bedoelen wél dat het gaat om je woordkeuze. Vermijd ontkennende woorden zoals ‘niet’ of ‘nooit’.    
   
   Een positief geformuleerde stelling is: ‘Premier Rutte moet aftreden’.  
   Maar niet: ‘Het is niet nodig dat premier Rutte moet aftreden.’ 
   Maak hier dan van: ‘Premier Rutte moet blijven’.                    
   
   Vermijd die onduidelijkheid. Je krijgt in het geval van een negatief geformuleerde stelling dan zo’n wiskundige excercitie van min maal min = plus. Of, min maal plus = min. Verwarrend!         
   De stelling bevat géén ontkenningen!  
    

We wensen je veel succes met de verkiezingscampagne én met het organiseren van je verkiezingsdebatten!

Nederlandse Debatclub is de grootste debatclub van Nederland waar we ambitieuze Young and Old Professionals trainen op belangrijke persoonlijke vaardigheden zoals spreken in het openbaar, pitchen, speechen, debatteren, argumenteren, jezelf presenteren en... de Kunst van het Gelijk Krijgen.

Ook geven we regelmatig workshops aan het bedrijfsleven, de overheid, politieke partijen en het onderwijs. Daarnaast verhuren we onszelf regelmatig als dagvoorzitters en debatleiders.